Volkstuinvereniging Nieuw-Vennep bestaat veertig jaar

Haarlems Dagblad, augustus 2016

 

„Lekker ontspannen bezig zijn in de vrije ruimte, waar de vogels fluiten en waar je geen sores en gezeur aan je hoofd hebt.” Het plezier dat volkstuinder Lano Jansen (71) aan zijn tuin beleeft, straalt – ook zonder deze omschrijving – van zijn gezicht af. De Volkstuinvereniging Nieuw-Vennep, met Jansen als voorzitter, viert eind deze maand het veertigjarig bestaan.

De Vennepers Leen Dorsman en Guus Malcorps namen in april 1976 het initiatief om de vereniging op te richten. Achter de tennishal van ’De Kikkers’ kregen de tuinders voor onbepaalde tijd een complex ter beschikking, waarop ze 26 tuintjes kwijt konden. Volgens de statuten was ’het uitoefenen en bevorderen van het tuinieren als amateur in de ruimste zin van het woord’, het doel.

De liefhebberij was groot en de wachtlijst groeide. Drie jaar na de oprichting kreeg de vereniging de beschikking over het huidige complex aan de Oosterdreef. Niet voor onbepaalde tijd, maar omschreven als ’tijdelijk’, zodat jaarlijks verlenging nodig is. Jansen: ,,Het was een stuk land van anderhalve hectare. Toen wij het kregen, stond er nog graan op van boer Hulsbosch. Dat hebben we er eerst afgehaald. Daarna hebben we zelf de tuintjes uitgemeten en paaltjes geslagen.” In het begin reikte het complex nog tot aan de spoorlijn, maar in 2003 moest de club een stuk afstaan vanwege de aanleg van de Spoorlaan.

 

Koud
De vereniging telt nu 67 leden. Zes jaar geleden trad Isaäc de Vries (69) toe tot het tuindersvolk. Hij is de penningmeester. Trots toont hij de gewassen die op zijn tuin van 10 bij 20 meter staan, zoals pastinaak, koolrabi, suikermais, boerenkool en aardappelen. Een strookje grond ligt er wat troosteloos bij. ,,Wat ik daar gezaaid had is niet opgekomen. Peultjes, wortels en kapucijners bijvoorbeeld. Maar ook tuinbonen. Dat was dit jaar een ramp.”

De oorzaak? ,,Een te koud voorjaar en een erg natte zomer. Het is tot nu toe maar vijf dagen boven de 25 graden geweest. Er gebeurt heel wat tussen zaaien en oogsten. En als de omstandigheden niet meewerken, gaat het weleens mis”, aldus De Vries.

 

Klei
Met mislukte oogsten leren de leden wel omgaan. ,,Volkstuinders zijn volharders”, weet voorzitter Jansen. ,,Je moet een beetje uit de klei getrokken zijn om het leuk te vinden. Dit is zware grond om te bewerken.” Jansen heeft de aardappelen net geoogst en ook de uien zijn al uit de grond. Zijn selderij-planten tieren welig, aan de tomatenplanten hangt een rijke oogst en aan de rand staan bramenstruiken, waar mooie rijpe vruchten aan hangen. De Vries spreekt liever over een moestuin-vereniging dan over een volkstuinvereniging. ,,Bij dat laatste denken veel mensen aan huisjes, waar mensen recreëren en overnachten. Dat gebeurt bij ons niet. We mogen hier bouwsels neerzetten tot 1.50 meter. We hebben hier niet eens licht en water.”

 

Water
Voor de watervoorziening hebben de leden zelf pompen geslagen. Sommigen halen liever water uit de sloot langs het spoor. ,,Grondwater is vaak te koud”, weet De Vries. In de zomer is hij zo’n tien uur per week bezig met onkruid bestrijden, oogsten, bemesten. De Vries: ,,Maar grondverbetering bereik je ook door het zaaien van bepaalde gewassen. Zoals winterrogge en mosterdzaad, die geven stikstof af aan de grond.”

Ervaringen met elkaar uitwisselen leidt tot betere resultaten. Daarna wacht de verwerking. Ook daarbij komt het aan op kennisdelen door het uitwisselen van recepten. Dankzij leden met verschillende nationaliteiten – Russisch, Spaans, Surinaams, Marokkaans, Libanees – geeft dat verrassende resultaten.